TW Maasgouw – 6

6.    Geen alternatief zonder een kleinere energievraag van woningen.

De gemeenschap, de Gemeente Maasgouw, heeft de medewerking nodig van de woningeigenaar om de energievraag terug te dringen. Er is technisch en economisch geen oplossing mogelijk zonder een lagere energievraag. Of de doelstellingen nu gemeten worden in CO2-reductie, CO2 vrije woningen of aardgasvrije of aardgasarme woningen: geen van bovengenoemde oplossingen is alleen realiseerbaar als de woningeigenaar niet ook zijn deel levert: de energievraag voor verwarming en warmwater van een woning zal maximaal 75 kWh/m2 mogen bedragen.
Alle alternatieven hebben een impact op de woning (gebouwen in het algemeen). Alle alternatieven moeten gecombineerd worden met aanpassingen aan de woning c.q. het gebouw. Dat vereist dus ook investeringen aan de zijde van de afnemer van de energie – van de alternatieve oplossing voor aardgas als warmtebron.

 

Voor de meest toegankelijke oplossing, in mijn persoonlijke opvatting dus 2.1-  de individuele warmtepomp, hybride of volledig elektrisch – is de “medewerking” van de woningeigenaar nodig.
Als alle woningeigenaren zouden besluiten om niets aan het energieverlies van de woning te doen en een kanjer van een warmtepomp installeren, dan is het maar zeer de vraag of daarvoor voldoende stroom geleverd kan worden: dat trekken de bestaande zekeringen, kabels en trafo’s niet. Zowel technisch en economisch moet als eerste de warmte-vraag van de woning zo klein mogelijk zijn.  In het plaatje wordt ca. 75 kWh/m2 als bovengrens genomen. (prestatie niet uitgedrukt in vermogen van de warmtepomp in kW maar teruggerekend naar een jaarverbruik in kWh (m3 aardgas x 9,8 ) per m2 gebruiksoppervlak (~ verwarmd oppervlak van de woning) kWh/m2.GO

Het energiegebruik is opgebouwd uit energie voor verwarming, koken, warmwater productie, verlichting, ventilatie, audiovisuele apparatuur, IT, enz.
Wanneer je alleen de energie neemt die nodig is voor verwarming en warmwaterproductie en waarvoor we toekomstig minder of helemaal geen aardgas willen gebruiken, en dat per m2 vloeroppervlak nemen, dan is dit ( de pijl-kolom “Netto Warmtevraag”), uitgedrukt in kWh per m2 gebruiksoppervlak.

Op basis daarvan kan iedere bewoner/woningeigenaar een heel voorzichtige aanwijzing geven worden welke aardgasalternatieven (welke oplossingen) mogelijk zijn voor een woning. Oplossing waar gefaseerd naar toe gewerkt kan worden. Bijv. eerst isoleren (dak, gevel, vloer), dubbele of driedubbele beglazing, gevolgd bijvoorbeeld door een kleine hybride warmtepomp gecombineerd met nieuwe kleinere verwarmingsketel. Dat bijvoorbeeld wanneer de huidige ketel het begeeft of bij andere “natuurlijke momenten”. Daarmee is niet gelijk iedere woning aardgas-vrij, maar gaat wel steeds minder aardgas gebruiken en dus steeds minder CO2 uitstoten.

Er zijn veel gegevens nodig, maar veel gegevens zijn ook heel gemakkelijk beschikbaar: bijvoorbeeld het gemiddelde gasgebruik per straat (postcode) is bekend (CBS-cijfers) en via het Kadaster (BAGviewer) kan voor elke woning het gebruiksoppervlak (GO) ingezien worden. Maar ook de gemeentelijke diensten beschikken over deze publieke data. Met die twee gegevens kan bij benadering de “positie” van de woning in bovenstaande figuur bepaald worden.
Daarmee kan zowel voor de bewoners en de gemeente richting gegeven worden aan een planning. Aan keuzes en de consequenties daarvan.

 

vorige hoofdstuk    volgende hoofdstuk

Inhoudsopgave: DE LOKALE INVULLING VAN DE TRANSITIEVISIE WARMTE  IN MAASGOUW

  1. Inleiding.
  2. Welke alternatieve opties voor aardgas zijn er?
    1. Studies, analyses, rapporten.
    2. Een sleutelrol voor inwoners.
  3. De gasaansluiting voor bestaande woningen blijft.
  4. Meest kansrijke alternatief: Hybride warmtepomp + HR-ketel.
    1. De individuele warmtepomp.
    2. Een warmtenet met midden- en hoge temperatuur.
    3. Een lage temperatuur warmtenet.
    4. Groengas in plaats van aardgas.
    5. Waterstof
  5. Een keuze maken waar we nooit spijt van krijgen.
  6. Geen alternatief zonder een kleinere energievraag van woningen.
  7. Investeren, opbrengst en besparingen.
  8. Samenvattend