TW Maasgouw – 1

 DE LOKALE INVULLING VAN DE TRANSITIEVISIE WARMTE

1  Inleiding

Onderdeel van de ENERGIETRANSITIE is de WARMTETRANSITIE.
De WARMTETRANSITIE moet een plan uitwerken om zowel de CO2-uitstoot terug te dringen, als waar mogelijk alternatieven voor aardgas in te zetten.
Aardgas omdat we in Nederland minder aardgas kunnen produceren. Aardgas dat bij verbranding veel CO2-produceert. We zouden, net als Duitsland aardgas kunnen importeren uit Rusland, maar dat draagt niet bij aan de CO2-doelstelling. Er wordt dus flink gefocussed op het terugdringen van het aardgasgebruik.
AARDGAS is dus een MIDDEL, GEEN DOEL. Een alternatief bieden voor aardgas is dus In hoofdzaak een middel om de CO2-doelstelling te halen.

VAN HET GAS AF IS GEEN DOEL OP ZICH:
  • voor de KLIMAATDOELSTELLING en voor de “GRONINGER BODEMPROBLEMEN”
    is het middel:
    geen of minder aardgas, een ander CO2-vrij gas, andere energiedragers

Ook voor de bewoner of eigenaar van een woning is aardgas slechts een middel.
Als ons een passend alternatief geboden wordt om onze woningen warm te krijgen zijn we geïnteresseerd.

Elke gemeente in Nederland moet eind dit jaar (2021) een Lokale Transitievisie Warmte opgesteld hebben. Ook de Gemeente Maasgouw: een plan waarin de gemeente aangeeft WAAR, WANNEER en HOE woningen UITEINDELIJK van het AARD-gas afgaan! Dat “uiteindelijk” is 2050. Men werkt hard om AARDgas door een ander, een CO2-vrij gas te kunnen vervangen. Ingezet wordt daarvoor op biogas en waterstofgas (H2-gas).
“AARDGAS VRIJ” klinkt heel dreigend voor de meeste mensen. Dat hoeft het niet te zijn. Gelijk ter geruststelling: er worden geen “gasleidingen uit de grond getrokken”!

Er moet, in overleg en met inbreng van de inwoners, een plan opgesteld en goedgekeurd worden hoe de CO2-doelstelling voor woningen in Maasgouw gerealiseerd zullen worden: Een globaal plan met een “routekaart” tot 2050 en een redelijk concreet en gedetailleerd plan hoe en waar een tussendoelstelling al in 2030 gerealiseerd wordt.

Uit het Klimaatakkoord volgt voor het aandeel “gebouwde omgeving”:

Doel is om al in 2030 in de gebouwde omgeving 3,4 Mton minder CO2 uit te stoten dan in het referentiescenario.
(vrij vertaald betekent dit ook dat in 2030 20% van de woningen CO2-vrij of heel CO2-arm moeten zijn. )

Voor Maasgouw zouden dat ruim 2000 woningen moeten zijn.

 

Daarvoor is een gestructureerde aanpak nodig. Door wijk voor wijk aan de slag te gaan. Gemeenten spelen daarbij een cruciale rol. Samen met bewoners en gebouweigenaren zal in een zorgvuldig proces een afweging moeten worden gemaakt wat per wijk de beste oplossing is, als huizen niet langer met de traditionele cv-ketel worden verwarmd. Per wijk kan de oplossing verschillen.

Gebouwde omgeving: wijk voor wijk van het gas af

In 2050 moeten 7 miljoen woningen en 1 miljoen andere gebouwen van het aardgas af zijn. Dat betekent isoleren en gebruikmaken van duurzame warmte en elektriciteit. Er moet flink wat gebeuren, maar daar zijn (nu nog) 29 jaar de tijd voor. Als eerste stap moeten in 2030 de eerste 1,5 miljoen bestaande woningen verduurzaamd zijn.

De verduurzaming van gebouwen gaat wijk voor wijk, in een steeds hoger tempo. De gemeenten weten in 2021 welke wijk wanneer aan de beurt is. Bewoners worden bij de plannen voor hun wijk betrokken. Het is de bedoeling dat de kosten voor verduurzaming betaald kunnen worden met de opbrengst van een lagere energierekening.

Lees meer over gebouwde omgeving op klimaatakkoord.nl.

Bron:https://www.rijksoverheid.nl/……

 

volgende hoofdstuk

Inhoudsopgave: DE LOKALE INVULLING VAN DE TRANSITIEVISIE WARMTE  IN MAASGOUW

  1. Inleiding.
  2. Welke alternatieve opties voor aardgas zijn er?
    1. Studies, analyses, rapporten.
    2. Een sleutelrol voor inwoners.
  3. De gasaansluiting voor bestaande woningen blijft.
  4. Meest kansrijke alternatief: Hybride warmtepomp + HR-ketel.
    1. De individuele warmtepomp.
    2. Een warmtenet met midden- en hoge temperatuur.
    3. Een lage temperatuur warmtenet.
    4. Groengas in plaats van aardgas.
    5. Waterstof
  5. Een keuze maken waar we nooit spijt van krijgen.
  6. Geen alternatief zonder een kleinere energievraag van woningen.
  7. Investeren, opbrengst en besparingen.
  8. Samenvattend