DEN HAAG – Het verbruik van energie uit hernieuwbare bronnen als zon, wind en biomassa in Nederland is vorig jaar verder toegenomen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is hernieuwbare energie goed voor 7,4 procent van het totale verbruik. Dit was een jaar eerder nog 6,6 procent.
De grootste groei werd gemeten in zonne-energie. Het verbruik daarvan steeg met 40 procent, wat samenhing met een flinke toename in de capaciteit van zonnepanelen. Met 13 petajoule is de bijdrage van zonne-energie nog wel beperkt, afgezet tegen de 158 petajoule die alle hernieuwbare energiebronnen samen leverden. In totaal werd in Nederland vorig jaar 2100 petajoule aan energie verbruikt.
Biomassa is in Nederland nog de grootste bron van hernieuwbare energie. De vergisting, verbranding of vergassing van biologische materialen was in 2018 goed voor 61 procent van alle groene energie. Op jaarbasis betekende dit een toename van het verbruik met 13 procent tot 96 petajoule uit biomassa. Het verbruik van energie uit wind nam met 4 procent toe tot 36 petajoule.