Voorzetwanden:
juiste opbouw en zorgvuldige uitvoering
Isolatie aan de “warme” zijde van een een wand is geen “natuurlijke” plaats voor een isolatielaag.
Maar een voorzetwand aan de binnenzijde van een gevelmuur is vaak de 
enige mogelijkheid om die gevelmuur te isoleren. Om de warmtedoorgang door die muur te reduceren, te minimaliseren.
Isolatie plaats je bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de koude buitenlucht. (een schaap draagt de isolerende wol ook aan de buitenzijde en uw warme winterjack is ook het “buitenste” en best isolerende laagje.) Over de dikte van die isolerende laag zie je het grootste temperatuurverschil: warm aan de binnenzijde – koud aan de buitenzijde.
Maar als er damp, lucht met daarin waterdamp, door diezelfde isolerende laag gaat, kan dat leiden tot condensatie van die damp in dat isolatiepakket of op het koude buitenoppervlak van die isolatielaag.
Dat willen we om verschillende redenen voorkomen in een gebouw of in het bijzonder in een bouwdeel.
Zonder speciale maatregelen en een heel zorgvuldige uitvoering, is er altijd een risico voor inwendige condensatie en daarmee van vocht en schimmelvorming.
Een voorzetwand aan de binnenzijde, aan de “warme kant” van de muur, kan dus, maar vereist dan wel een goede dampremmende en tevens luchtdichte laag op de juiste plaats: aan de warme kant van de isolatielaag
Het kan dus wel, maar zoals gezegd, met een heel zorgvuldige uitvoering, die ook rekening houdt met koudebruggen (thermische bruggen) en zoals gezegd een goede dampremmende laag, die het transport van waterdamp van de warme binnenruimte naar de koude buitenzijde, nagenoeg onmogelijk maakt.
Niet alle bouwvakkers, aannemers of klussenbedrijven zijn zich bewust van de benodigde zorgvuldigheid die de uitvoering van goed geïsoleerde gebouwen vereist.
Doe-het-zelver.
Maar, niet zelden levert de doe-het-zelver kwalitatief uitstekend werk af! Als de bekwame doe-het-zelver weet welke uitgangspunten en uitvoeringsdetails bijzondere aandacht moeten krijgen, kan een heel hoge kwaliteit van uitvoering bereikt worden.
Als de “uren” ( de loonkosten) niet op de eerste plaats staan, kan ook de benodigde aandacht gegeven worden aan een zorgvuldige plaatsing van de dampremmende laag. Niet beschadigd, niet doorbroken door leidingen, door stopcontactdozen en zorgvuldig afgeplakt bij aansluitingen onderling en op muren, kozijnen, etc.
Maar toch, als er aan de koude buitenzijde een voorzetwand geplaatst kan en mag worden, geniet dat toch de voorkeur:
de uitvoering is doorgaans gemakkelijker en ook bouwfysisch “natuurlijker”.
Voorzetwand biedt ook mogelijkheden om ventilatiekanalen te plaatsen.
Isoleren en luchtdicht maken stelt ook nieuwe eisen aan ventilatievoorzieningen. Vooral in bestaande woningen wordt veel inventiviteit gevraagd om in elke ruimte van de woning de aan- en afvoer van lucht te realiseren. Vaak is het passen en meten om de buizen of kokers uit het zicht te houden.
Boven een verlaagd plafond kan voldoende ruimte zijn om die leidingen of kokers onder te brengen, maar ook voorzetwanden bieden een mogelijkheid hiervoor. Die voorzetwanden worden meestal aan de binnenzijde van gevelmuren geplaatst, maar ook tegen de woningscheidende muren van een tussenwoning of van een twee-onder-één-kap woning (2^1-kap).
Voor die leidingen of kokers is voldoende ruimte nodig. Dat kan de bepalend worden voor de hoogte van het verlaagde plafond. Voor de luchtleidingen/kokers in voorzetwand kan dat wellicht betekenen daarvoor te kiezen voor een iets dikker voorzetwandsysteem. Wel moet even aandacht besteedt worden aan de koudebrug (thermische brug) die zo’n ventilatiekanaal veroorzaakt bij verzwakking van het isolatiepakket. Ook de dampremmende-luchtdichte laag moet goed en zorgvuldig achter het ventilatiekanaal geplaatst worden.
