Gesprek van de dag: DE STRIJD OM DE WINDMOLENS

Het kabinet koerst aan op een confrontatie met de provincies als die niet snel meer gaan doen om het aantal windmolens op hun grondgebied te verhogen. Intussen hebben alle partijen nog wel een paar plannen waarmee ze om uw aandacht vragen.

Bron: Volkskrant-bericht/Politiek 11.3.2019

En zo bereikt het klimaatdebat, negen dagen voor de provinciale verkiezingen, dan toch het bestuurlijke niveau waar het vooralsnog in de praktijk de meeste gevolgen heeft: de provincies.

Dat zit zo: al jaren voordat op het Binnenhof gesproken werd over een nationaal ‘klimaatakkoord’ hadden we al het ‘energieakkoord’, vol met afspraken om Nederland minder afhankelijk te maken van fossiele grondstoffen. In dat kader spraken bijvoorbeeld de provincies in 2013 af dat zij zouden zorgen dat er in 2020 voor 6000 Megawatt aan windenergie op land wordt opgewekt. Onderling maakten ze een verdeling.
De nuchtere conclusie, een jaar voordat het zover moet zijn: er is van alles gebeurd, maar die 6000 Megawatt zal niet lukken. Veel provincies slagen er namelijk niet in hun eigen doelstellingen na te leven, bleek vandaag uit een inventarisatie door de Volkskrant. Eind 2020 is naar verwachting 5153 Megawatt gerealiseerd.
Ze willen wel, zeggen de provinciebesturen, maar het is niet eenvoudig. Ze kampen met protesterende omwonenden, met ingewikkelde juridische procedures tot aan de Raad van State, met radarverstoringen, met het vliegverkeer dat niet in gevaar mag komen, enzovoort. Voor een praktijkstudie naar het not in my backyard-syndroom lenen de windmolens zich uitstekend.
Het gevolg is een dreigende confrontatie tussen het rijk en de provincies. Want om schot in de zaak te krijgen, maakte minister Wiebes van Klimaat vorig jaar al een aanvullende afspraak: wie het niet haalt, moet binnen drie jaar alsnog dubbel zoveel opwekken. Met wind of met zonne-energie, dat maakt niet uit, als het maar gebeurt.
Wiebes’ collega OIlongren van Binnenlandse Zaken deed daar vandaag nog een schepje bovenop: in het uiterste geval zal het rijk wat haar betreft zelf de plekken voor de windmolenparken en de zonneweides aanwijzen. Dat is niet haar wens, benadrukte zij zojuist in een lezing op de Universiteit Groningen, maar zo zal het wel gaan als de provincies niet doorzetten. Indien zij ‘in conservatisme blijven steken’, zullen Ollongren en haar opvolgers de taak naar zich toe moeten trekken en komen met oplossingen die ‘duurder en minder op maat gesneden’ zijn.

De animo van de provinciebesturen hangt natuurlijk grotendeels af van de mening van de nieuwe Provinciale Staten, die op 20 maart gekozen worden. Voor wie daar gericht invloed op wil uitoefenen: de provinciale stemwijzers staan, althans voor zeven provincies, klaar om in te vullen.


Persoonlijke kanttekening van Chris Hamans, voorzitter CDM: 

Voorjaarsstorm, waar niemand het warm van krijgt?

lees meer: warmtemolen