Australische investeerders willen zware industrie transformeren met zonne-energie

Australische investeerders willen niet alleen zonne-energie exporteren naar Singapore en naar Indonesië, maar ook met zonnestroom de binnenlandse zware industrie transformeren.
Adam Morton legt het uit in een artikel op The Guardian-website.  https://www.theguardian.com/

Hier mijn samenvatting van een gedeelte van zijn artikel.

Australische investeerders willen niet alleen de productieprocessen vergroenen, maar denken ook met in Australië geproduceerde energie meer hoogwaardige producten te kunnen produceren en exporteren.
Prof. Ross Garnaut, hoogleraar economie aan de universiteit van Melbourne, beweert dat er nog een andere strategie voor vergroening mogelijk is. In een recente serie lezingen analyseert hij hoe Australië, met de beste hernieuwbare energiebron in de ontwikkelde wereld, haar energieproductie zou kunnen uitbreiden terwijl de wereldwijde uitstoot aanzienlijk zou verminderen.
Garnaut wijst op de steeds lagere kapitaalkosten voor hun hernieuwbare energie en voor energieopslag. Aangezien voor de ontwikkeling van schone energie de kapitaalkosten de grootste post zijn (de brandstof is gratis), is hij van mening dat de transformatie naar hernieuwbare energie de concurrentiepositie t.o.v. fossiele brandstoffen radicaal heeft veranderd.
Voor ontwikkelde landen zijn kapitaalkosten lager. Volgens Garnaut betekent dit dat Australië met een aantrekkelijk investeringsklimaat en een hoog rendement in de energieopwekking van zonne- en windenergie, het centrum kan worden voor goedkope energie in een toekomstige zero-carbon wereld.
Australië zou daarom vanzelfsprekend veelmeer de basis moeten zijn voor verwerking van mineralen tot half- of eindproducten. Voor producten met meerwaarde in een wereld die steeds meer waarde hecht aan productie op basis van zonne-energie, wind en andere schone bronnen. Processen en industrieën die met de visie van Garnaut tot grote bloei zouden kunnen komen, zijn de bekende energie-intensieve bewerkingen zoals we die kennen voor aluminium, ijzererts en staal. Dat biedt ook nieuwe mogelijkheden voor de bewerkingen van het Australische silica, lithium, vanadium, nikkel, kobalt en koper.
Prof. Ross Garnaut  kenmerkt deze ontwikkeling als het fundament voor een nieuw tijdperk van economische expansie en welvaart. Hij is ervan overtuigd dat hun hernieuwbare energie de wereldwijde uitstoot aanzienlijk zal verminderen.

Waarom staan we in Nederland niet positiever tegenover de mogelijkheden die hernieuwbare energie ook ons uiteindelijk kan bieden? Waarom zien we de technische uitdagingen als problemen? Per m2 of hectare mag de opbrengst aan zonne-energie in Nederland dan wel lager zijn en hebben we niet zoveel hectaren ter beschikking dan de Australiërs, maar onze investeringen in de benodigde infrastructuur zullen wel flink lager zijn dan die in Australië. Het mag toch ook Noordzee wind-energie zijn?
En de strategie voor onze industrie? Het “vuile” Tata-plaatstaal uit Ijmuiden zal toekomstig moeilijk kunnen concurreren met het “groene” plaatstaal uit Australië of India. Nederland dankt haar economische wereldpositie aan high-tech producten en efficiëntie, maar “groen” wordt een additionele en voorwaardelijke productparameter om die positie veilig te stellen.
Stop met zeuren en klagen en laat ons investeren in “Nederlandse groene meerwaarde” en daarmee onze concurrentiepositie veilig stellen.
Chris Hamans