Energiebesparing in Maasgouw

De gemeente Maasgouw telt 11.323 woningen voor 24.501 personen (74% koopwoning). Ongeveer de helft daarvan heeft zonnepanelen. Hoeveel huizen dak/vloer/muur/glasisolatie hebben is niet bekend.

De gemeente heeft een actieplan voor de energietransitie 2024-2025. In dat actieplan gaat het vooral om het opwekken van duurzame energie, stap 2 van de trias energetica, aangezien het overgrote deel van de inwoners nog is aangewezen op gas. Daarnaast om het verduurzamen van 32 gemeentelijke gebouwen. De gemeente laat veel aan de inwoners zelf over. Wel steunt ze hen met energieadvies (via CDM) en subsidie (SpUK).

CDM helpt graag met energieadvies (bespaarcoaches dei o.a. energiescans maken), maar gelooft niet dat de focus op particulier initiatief en het innen van “quick wins”,  laaghangend fruit dus, het gewenste effect heeft. Op die manier halen we doelstellingen als “in 2050 van het gas af” nooit.

CDM heeft een andere aanpak voorgesteld om buurt voor buurt systematisch huizen te isoleren, huur- en koophuizen, alle gebouwen in een buurt, waarbij schaalgrootte lagere prijzen kan opleveren. Het idee is dat de gemeente de kosten voorfinanciert voor bewoners of eigenaren die het geld niet kunnen opbrengen (middels een soort erfpachtconstructie). De gemeente kan hiervoor putten uit eigen geld (reserve van 19 miljoen) en rijkssubsidies. Als CDM de gemeente hiertoe niet kan overhalen zouden wij zelf een fonds kunnen opzetten om dit te doen, vooralsnog op kleinere schaal en met name in slecht geïsoleerde huizen in een armere buurt. Helaas heeft CDM thans nog niet genoeg eigen geld en mist CDM de doorzettingsmacht die de gemeente heeft.

Opwekken van duurzame energie

CDM ontwikkelt projecten voor zonne-energie, windenergie, zo mogelijk in combinatie met energieopslag. De meeste  projecten worden opgezet als collectieve voorzieningen, of liever nog als deel van een energiegemeenschap (waarin de leden de opbrengst van al bestaande en nieuwe duurzame energiebronnen met elkaar delen).  

Zonne-energie

In Maasgouw met haar vele plassen en bossen is land een schaars goed. Daarom wil CDM zonneparken bij voorkeur niet op land aanleggen, maar op daken en in de vorm van een postcoderoosproject. De postcoderoosregeling stamt uit 2013 en is in 2021 vervangen/verbeterd door de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE). De regeling staat alleen open voor leden van een coöperatie (of VVE) in het postcodegebied waar het zonnedak ligt en max. vier aansluitende postcodes. De subsidie bestaat uit een vast bedrag per eenheid, bijna 13 cent per kWh. De regeling vereist de deelname van minstens 1 lid per 5kW opgewekt vermogen, dus 20 leden bij een installatie van 100 kW. Minstens 75% van de deelnemers moet kleinverbruiker zijn. De installatie kan pas in gebruik worden genomen nadat de netbeheerder een transportindicatie heeft afgegeven, een bewijs dat de geproduceerde energie het net op kan.

CDM heeft de gemeente Maasgouw een aantal locaties voorgesteld voor zulke postcoderoosprojecten. Zelf heeft CDM een overeenkomst met een manege-eigenaar in Thorn voor een zonnedak en is zij in gesprek met twee bedrijven in Panheel.

Windenergie

CDM beschouwt windturbines als supplementair aan zonne-energie. In de zomer waait het minder en in de winter, als de zonnekracht afneemt, meer. Daarom mogen windturbines niet ontbreken in een pakket maatregelen dat de bewoners van Maasgouw energiezekerheid biedt. Bovendien leveren windturbines veel meer energie op dan zonnepanelen. CDM heeft een paar locaties op het oog voor windturbines.

Er gelden rijksregels voor de bouw van windmolens om de overlast van dieren en omwonenden te beperken. De regels zijn op het net te vinden. Grosso modo geldt dat zij op een afstand van 400 m moeten staan van woningen en niet meer geluid mogen maken dan 47 decibel (41 dB ’s nachts, evenveel als een koelkast; <75dB is niet schadelijk bij langdurige blootstelling). Ook gelden er beperkingen vanwege de slagschaduw van de wieken, effecten op de planten en (nacht)dieren, de nabijheid van elektriciteitskabels, storing van het vliegverkeer enzovoort. Beweerd wordt dat turbines gezondheidsklachten veroorzaken, zoals slaapstoornis, hoofdpijn en zelfs ziekten door elektromagnetische straling. Daarvan bestaat geen bewijs. Volgens het RIVM zijn die schadelijke effecten er niet, zeker niet als de genoemde afstand gerespecteerd wordt.

CDM hecht aan goed overleg met omwonenden, ook omwonenden die strikt genomen niet binnen het gebied wonen waar de rijksregels voor gelden. Mits dat overleg gevoerd kan worden met een open oog voor de minnen en de plussen van windmolens en hun betekenis voor de energiezekerheid (bij toenemende netcongestie!).

CDM onderzoekt samen met Stawag Eindhoven (een dochterbedrijf van Openbare Werken Aken dat projecten ontwikkelt op het gebeid van wind- en zonne-energie) de mogelijkheden voor 2 windmolens langs de A73, met een tiphoogte (ashoogte plus lengte rotorblad) van 240 m. Kleinere windmolens op deze locatie vangen niet genoeg wind om rendabel te zijn.

Recent heeft de provincie Limburg nog een andere locatie voor windmolens aangedragen, ten noorden van Brachterbeek aan de Maasplassen. Met het Waterschap Limburg wordt eveneens over opties gesproken.

Opslag van duurzame energie

Het opwekken van zonne- en windenergie gaat met pieken en dalen. Er zijn verschillen tussen dag en nacht. En er zijn grotere verschillen tussen zomer en winter. Het zou handig zijn als je die verschillen zou kunnen afvlakken. De dag/nacht onbalans kan tot op zekere hoogte worden opgevangen door batterijen. De seizoenonbalans niet, omdat elektriciteit na verloop van tijd in kracht afneemt (verval).  Voor het overbruggen van de seizoenonbalans moet er gezocht worden naar andere mogelijkheden van opslag: water omzetten in waterstof (zoals gepland in Brachterbeek, in de FUREC fabriek), opslag in zout of in basalt (maar daarvoor heb je wel een paar zwembaden vol zout of basalt nodig), of in waterniveau (water oppompen in bijvoorbeeld het IJsselmeer) of in warmte.

Voor de dag/nacht onbalans kunnen we batterijen gebruiken. We twijfelen nog tussen buurtbatterijen of individuele kleine thuisbatterijen. Het is de vraag of een buurtbatterij (kost al gauw een miljoen) zoveel efficiënter is dan een serie thuisbatterijen (thuisbatterijen van 20kW kosten tussen de 7 en 12 duizend) zeker als die reeks thuisbatterijen deel uitmaken van een energiegemeenschap.

Een tussenoplossing kan zijn de batterijen van elektrische auto’s te gebruiken als opslag. Auto’s hebben een batterij van zo’n 65 kWh. Een toenemend aantal elektrische auto’s is in staat tot teruglevering aan het huis, of zelfs het net, het zgn. bi-directioneel laden. Helaas ontbreken nog enkele schakels om dat wat technisch mogelijk is ook praktijk te laten zijn. Ook de handige software die veel thuisbatterijen gebruiken om optimaal gebruik te maken van fluctuaties in de stroomlevering (en de prijs) zit niet in auto’s. Vooruitlopend op ontwikkelingen op dit gebied wil CDM gaan onderzoeken welke auto’s het meest geschikt zijn en of die voor een interessante prijs kunnen worden aangeschaft, dan wel geleased, dan wel als deelauto ingezet.

Energiegemeenschappen

Een energiegemeenschap is een coöperatie die niet alleen (duurzame) energie opwekt maar ook onderling deelt. Dat betekent dat in de buurt opgewekte energie, bijvoorbeeld via een gezamenlijke windturbine of individuele zonnedaken, verdeeld wordt onder de leden, terwijl het overschot wordt opgeslagen of – als het gunstig is – verkocht aan het net. In zekere zin lijkt een energiegemeenschap op een postcoderoosproject. Het verschil is dat het postcoderoosproject direct aan het net levert en dat de geldelijk opbrengst wordt verdeeld over de aandeelhouders. Een energiegemeenschap levert aan zichzelf – via een eigen net – en benut het landelijke net alleen voor het verkopen van stroomoverschotten en de inkoop als er een tekort is.

Met een energiegemeenschap bereik je een hoge mate van energiezekerheid. Omdat je niet afhankelijk bent van schommelingen op het landelijke net, of zelfs uitval. De leveringszekerheid is in Nederland extreem hoog (99,9%), maar Tennet voorziet in 2030 al tekorten als de levering van wind- en zonne-energie te veel fluctueert en het zgn. regelbaar vermogen (gas/kolen/kerncentrales) niet groot genoeg is om aan plotselinge pieken in de vraag te voldoen. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat een energiegemeenschap met een eigen molen net zo weinig windenergie produceert als de landelijke windmolens, zodra het windstil is. De gezamenlijke batterij of een andere vorm van opslag moet dan wel paraat zijn.

Zulke energiegemeenschappen bestaan nog niet, althans niet op grote schaal (Nagele, Zutphen). Opslag gebeurt – in het geval van Nagele – via een warmtenet.  Tot voor kort was de Energiewet niet op deze mogelijkheid ingesteld. Nu wel. Een aantal energiecoöperaties werkt samen in het project Local4Local om het model uit te werken en in praktijk te brengen. Het is duidelijk dat zulke energiegemeenschappen de netcongestie binnen de perken zullen houden.

CDM wil hierin meedoen. Het plan is in alle buurtschappen van Maasgouw zulke energiegemeenschappen op te zetten, als de bewoners en de daar aanwezige ondernemers dat tenminste willen. Te beginnen in Brachterbeek, omdat de bewoners daar onder druk staan van alle veranderingen in het hoogspanningsnet, het schakelstation enzovoort, terwijl ze daar zelf nauwelijks, in elk geval zeer indirect baat bij hebben.